Wat hebben we bereikt en wat hebben we ervoor gedaan?
1. Het tegengaan van armoede
Wat wilden we bereiken? | |||
---|---|---|---|
Subdoelen | |||
1.1 - Kinderen worden niet buitengesloten van deelname aan maatschappelijke activiteiten vanwege geldgebrek | |||
1.2 - Burgers weten welke financiële regelingen de gemeente heeft en maken hier gebruik van | |||
1.3 - Ondersteuning bij het voorkomen en oplossen van schulden | |||
1.4 - We garanderen iedereen die het nodig heeft tijdig een bestaansminimum |
Activiteiten (Wat wilden we ervoor doen?) | Realisatie (Wat hebben we ervoor gedaan?) |
---|---|
Subdoel 1.1 - Kinderen worden niet buitengesloten van deelname aan maatschappelijke activiteiten vanwege geldgebrek | |
1.1.1 - Stimuleren van het gebruik van de participatieregeling door actieve voorlichting via onder andere het maatschappelijk middenveld, participatiecoaches en de website. | Het gebruik van de Stadpas door kinderen in gezinnen met financiële moeilijkheden is verder gestimuleerd door de uitbreiding van het Stadspasaanbod, onder andere met het kindtegoed en meer educatieve, culturele en sportieve activiteiten. De participatieregelingen en de Stadspas voor kinderen zijn onder de aandacht gebracht door communicatieacties via de website en andere communicatiekanalen. Er is nieuw communicatie- en informatiemateriaal ontwikkeld . Daarnaast zijn netwerkpartners, waaronder scholen en energiecoaches, actief geïnformeerd over de regelingen en ontwikkelingen en is het nieuwe informatiemateriaal verspreid. In het najaar zijn klanten die het tegoed van de 'doe-mee-regeling' nog niet volledig hadden gedeclareerd telefonisch benaderd en hierop gewezen. |
Subdoel 1.2 - Burgers weten welke financiële regelingen de gemeente heeft en maken hier gebruik van | |
1.2.1 - Stimuleren van het gebruik van de minima regelingen door actieve voorlichting via onder andere het maatschappelijk middenveld, participatiecoaches en de website. | Net als voor de regelingen voor kinderen is ook actief gecommuniceerd over de regelingen voor de gehele minimadoelgroep. Specifiek zijn brieven verstuurd over de individuele inkomenstoeslag. Klanten die geen individuele inkomenstoeslag hebben aangevraagd, maar hier (mogelijk) wel recht op hebben zijn hierop geattendeerd middels een brief met aanvraagformulier of telefonisch benaderd. Daarnaast zijn er verschillende acties geweest in het kader van de vliegende brigade om beter aan te kunnen sluiten en mensen te vinden die we niet bereiken om mensen te informeren over de regelingen. |
Subdoel 1.3 - Voorkomen en oplossen van schulden | |
1.3.1 - Organiseren van workshops “ondersteuning thuisadministratie” ter preventie van schulden. | Maandelijks wordt door Madi Diemen de postsorteergroep georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten worden inwoners van Diemen die daar behoefte aan hebben geleerd hun (financiële) administratie te ordenen. Daarnaast geeft Humanitas ondersteuning bij de thuisadministratie. |
1.3.2 - Inzetten van budgetbeheer. | In 2023 hebben 11 inwoners gebruik gemaakt van budgetbeheer. Het gaat om financieel kwetsbare inwoners. Door de inzet van budgetbeheer worden schulden voorkomen (preventie) of ontstaat een stabiele financiële situatie waardoor schuldhulpverlening mogelijk wordt. Omdat in 2023 bleek dat veel inwoners al lang in budgetbeheer zaten, is de gemeentelijke vergoeding gestopt voor inwoners die financieel zelfredzaam zijn. Dit is gebeurd in samenspraak met de betrokken inwoners. |
Subdoel 1.4 - Wij garanderen iedereen die er recht op heeft tijdig een bestaansminimum | |
1.4.1 - Uitkeringsgerechtigde ontvangt zijn uitkering of voorschot binnen vier weken na zijn aanvraag. | Als de termijn van vier weken wordt overschreden en het aannemelijk is dat er recht op bijstand bestaat wordt op verzoek van een uitkeringsgerechtigde een voorschot betaald. Dit komt slechts enkele keren per jaar voor. |
Prestatie-indicatoren | Realisatie | Begroting | Realisatie |
---|---|---|---|
1.1.1 - % van de huishoudens met kinderen in de bijstand maakt gebruik van de "Doe mee" regeling. | 55% | 90% | 57% |
1.2.1 - % van de huishoudens in de bijstand maakt gebruik van voorzieningen bijzondere bijstand. | 76%1 | 80% | 85% |
1.4.1 - Maximale doorlooptijd van de aanvraag levensonderhoud in dagen. | 29 | 28 | 24 |
- Exclusief (ambtshalve) energietoeslag
2. Een preventief en straffend fraudebeleid
Wat wilden we bereiken? | |||
---|---|---|---|
Subdoelen | |||
2.1 - Het voorkomen van misbruik van bijstandsuitkeringen | |||
2.2 - Het straffen van misbruik van bijstandsuitkeringen |
Activiteiten (Wat wilden we ervoor doen?) | Realisatie (Wat hebben we ervoor gedaan?) |
---|---|
Subdoel 2.1 - Het voorkomen van misbruik | |
2.1.1 - Voorlichting bij de intake door middel van het uitreiken van een handboek met rechten en plichten. | Aan iedereen die een bijstandsuitkering krijgt, wordt het handboek met rechten, plichten en informatie verstrekt. Dit handboek wordt in een persoonlijk intakegesprek toegelicht |
2.1.2 - Geven van voorlichtingsbijeenkomsten voor uitkeringsgerechtigden over de rechten en plichten. | Er worden uitsluitend individuele gesprekken gevoerd om mensen te informeren over rechten en plichten. Bij het geven van groepsvoorlichting is de privacy van uitkeringsgerechtigden in het geding. De praktijk laat ook zien dat de situaties van mensen te veel verschillen om groepsgewijze informatie te verstrekken |
Subdoel 2.2 - Het straffen van misbruik | |
2.2.1 - Controleren op de rechtmatigheid van de uitkering door middel van onder andere een huisbezoek. | Er vindt zorgvuldige screening plaats tijdens het aanvraagproces. De rechtmatigheid en de naleving van verplichtingen wordt daarnaast gecontroleerd door middel van periodieke en signaalgestuurde onderzoeken. Bij twijfel of onduidelijkheid over de woonsituatie wordt een huisbezoek afgelegd |
2.2.2 - Opleggen van boetes wanneer fraude wordt geconstateerd. | Bij schending van de inlichtingenplicht wordt een boeteonderzoek gedaan. Bij de beoordeling van de boete wordt rekening gehouden met de mate van verwijtbaarheid, de hoogte van de benadeling, en de financiële draagkracht. Er wordt terughoudend omgegaan met het opleggen van boetes. Het moet voldoende duidelijk zijn dat het gaat om fraude en niet om een vergissing of onwetendheid van de betrokkene |